De kenmerken van de ruimte van het daltononderwijs:

het daltononderwijs heeft een aantal kenmerken voor hun klassenindeling.

planbord 

De kinderen werken allemaal met een planbord. Ze kunnen hier zelf kiezen wanneer ze wat doen. ze hebben hun eigen kleur of plaatje en krijgen zo de zelfstandigheid om zelf te leren plannen. 

stoplicht 

de klassen hebben voor in naast het bord een stoplicht hangen. net zoals in het verkeer met rood-oranje-groen. het stoplicht geld voor de hele klas. staat het stoplicht op rood mogen de kinderen niet praten en moeten ze zelfstandig aan hun opdracht werken. staat het stoplicht op oranje mogen ze overleggen met de persoon naast hun. ze mogen de juf of meester niet storen en moeten het alsnog zelf proberen maar eventueel met hulp. staat het stoplicht op groen mag je stil overleggen met je groepje of buurman of buurman. Komen ze er met z'n alle niet uit mogen ze hun leerkracht om hulp vragen. deze zal met groenlicht ook rondjes door de klas heen lopen.

blokje

ieder kind heeft op zijn eigentafeltje een blokje staan. staat het stoplicht nou op groen maar wil het kind nou alsnog individueel werken is daarvoor het blokje. hier staat een rode stip op en een oranje stip. staat het blokje op rood weten zowel de leerkracht als de kinderen in het groepje dat ze hem of haar dan niet mogen storen. ook staat er een vraagteken op het blokje. loopt de leerkracht rond dan hoeft het kind niet 5 minuten met zijn vinger in de lucht te zetten maar kan hij of zij het blokje op de vraagteken zetten. zo weet de leraar alsnog dat het kind hulp verlangt.

keuzekast 

iedere klas van het daltononderwijs heeft een kast in hun lokaal. dit noemen ze een 'keuzekast'. zijn kinderen klaar met hun taken van die dag mogen ze het planbord op keuze kast zetten. ze mogen nu een onderdeel uit de keuzekast kiezen. hier staan bijvoorbeeld puzzels, spelletjes, tekeningen maar ook extra taal of rekenen als ze dat willen.